Patrice Riemens on Sun, 17 Jul 2016 21:17:01 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Ippolita Collectief: Internet: De democratische Illusie II-03


'n Paar dagen geleden had ik een mailwisseling met een vd auteurs en diens Franse vertaler, omdat ik problemen ondervond met de koppel 'sociale media/ sociale netwerken' De Franse vertaling (waar ik uit van ga, de vertaler is nauw verbonden met het collectief) heeft het altijd over 'sociale netwerken' (als alias van Web 2.0), maar in het Nederlands (volgens mij) betekent het net iets anders en wordt het niet gebruikt om, bv, Facebook aan te duiden (correct me if I am wrong). Bleek dat ze zich geen van beiden dat gerealiseerd hadden, cq als een issue zagen: die termen worden kennelijk in het Frans/Italiaans moeiteloos door elkaar gebruikt.
Maar ze vertelden mij iets belangrijker, die de lezer gerust moet 
stellen bij het vernemen van wat velen van jullie als 'oude koek' zullen 
ervaren: het boekje is geschreven voor 'Henk z'n schoonmoeder en Ingrid 
d'r schoonmaaktster' als het ware. Het probeert dus het zo eenvoudig, 
begrijpeleijk, en vooral basaal te houden.
Wij ploegen ondertussen voort. Vertalen gaat altijd langzammer dan je 
denkt, en het close-readen die daarbij gepaard gaat doet soms af aan de 
positieve beleving van een text ...

Bij de vorige aflevering ontbrak oevrigens de noot, sorry. Bij deze:

---------------
[*] https://en.wikipedia.org/wiki/Autopoiesis
(no surprise - ‘tiz het Varela-Matsurana dinges -P)
---------------

Ippolita Collectief
Internet: De Democratische Illusie.

Hoofdstuk II

“Het Internet is democratisch en vrij!” Niet waar!


(vervolg van II.02)

Het Internet is niet hetzelfde als het Web

Internet en Web zijn niet hetzelfde, het laatste vertegenwoordigd slechts een van de verschijningsvormen van het Internet, al is het wel de meest bekende ervan. Het Web stelt ons in staat om op een oceaan van inhouden dat zich alsmaar uitbreidt te ’surfen’, wat wij op ons browser(s) doen door van de ene hypertest link naar de andere te springen.
Om goed het Web van het Internet te kunnen onderscheiden moet men goed 
begrijpen wat de verschillende protocollen zijn waaruit het Internet 
samengesteld is. In een informatica netwerk is een protocol een 
verzameling van zo precies, strak en helder mogelijk geformuleerde 
regels die omschreven zijn in specifieke technische documenten, RFC 
geheten (voor ‘Request for Comments’ - waarbij een grof consensus over 
die ‘comments’ de regel wordt) en die communicatie tussen verschillende 
machines mogelijk maakt. Het protocol dat het Web regent heet HTTP, voor 
Hyper Text Transfer Protocol. De eerste versie hiervan ontstond in 1991, 
maar de eerste web-pagina’s ‘verschenen’ pas een aantal jaren later, in 
1996 [*]. Om te onthouden: alles wat niet op HTTP runt maakt _niet_ deel 
uit van het Web. Dit geldt bijvoorbeeld voor Skype, BitTorrent, FTP enz. 
Deze maken deel uit van het (grote) Internet, en worden gerund door de 
reeks programma’s die bekend staat onder de naam TCP/IP (voor 
Transmission Control Protocol/Internet Protocol), en dat dateert al van 
1975 [**].
Protocollen werken gelagerd, en de gebruiker ziet alleen maar de laatste 
laag, HTTP in het geval van het Web. Niettemin zijn alle lagen wel 
degelijk actief, en dit vanaf de materiële grondlaag: de kabels, de 
radio-verbindingen, opties fiber, enz. En zo tot op de laag die maakt 
dat dingen zichtbaar worden op het scherm. Men zou het Web kunnen 
vergelijken met een envelop, een omhulsel die alle net-protocollen omvat 
en ons in staat stelt deze eenvoudig en probleemloos te gebruiken, 
zonder dat wij ons rekenschap hoeven te geven van wat zich binnen 
allemaal afspeelt.
Klinkt dat ingewikkeld? Nou reken maar! En misschien is het nog 
ingewikkelder dan men het zich meestal inbeeldt. De beschrijving die wij 
net gaven zou in ieder geval voldoende moeten zijn om te begrijpen dat 
het te simpel is om het Internet te beschrijven als alleen maar een 
complex van interacties tussen talloze protocollen en menselijke wezens 
met alle dingen die zij tot uitdrukking willen brengen. Daar hoef je 
niet echt technisch ingevoerd voor te zijn.
De ‘netwerk samenleving’ als massa-fenomeen is door het Web mogelijk 
gemaakt, door het gebruiksgemak van het HTTP protocol en van de diensten 
die er uit voortvloeien: browser eerst, dan zoekmachines, en tenslotte 
de platforms die de ‘sociale media’ vormen. En het heeft maar ietsje 
meer dan twintig jaar geduurd voordat bijna alle software - althans al 
wat door het grote publiek gebruikt wordt -  vervangen wordt door de 
eerder genoemde _Web apps_ .
Laten we niet vergeten dat de personal computer als zodanig achterhaald 
werd vanaf het moment dat iedereen zijn meest persoonlijke bestanden op 
het Web kon stallen - foto’s, video’s, chat-sessies, files, noem maar 
op. Begin 21e eeuw hadden gebruikers nog moeite om te begrijpen hoe 
files en folders precies werkten. Maar vandaag zijn die allemaal de 
wolken van het _Cloud Computing_ in verdwenen. De meeste gebruikers 
weten bijna niets over hoe al die online inhouden her en der verspreid 
worden. Is er iemand die kan vertellen waar precies in de ruimte onze 
mails allemaal opgeslagen liggen? In elk geval niet op de computer 
thuis, of althans niet alleen maar daar.
Heden ten dage dient de hardware bijna alleen nog maar om op het Web te 
komen en toegang te krijgen tot de diensten die er deel van uitmaken. 
Men kan tegenwoordig dan ook (vrijwel) alles online doen: een text 
verwerken of ge-streamde video’s bekijken. Wij “bezitten” niets meer, we 
zijn alleen nog maar alles aan het ‘delen’ met grote multinationale 
ondernemingen die met elkaar op de communicatie en informatie aan het 
concurreren zijn. Die laatsten stellen ons een hele keur aan diensten 
ter beschikking waarvoor wij geen eene cent voor hoeven uit te geven. 
Voor de meerderheid van de gebruikers is de informatica dan ook verdampt 
in de ondraagbare lichtheid van het Cloud Computing.
Dit is de reden van de verwarring rond Web en Internet en waarom me ten 
onrechte beide woorden gebruikt alsof ze een en hetzelfde zouden 
aanduiden.
Het Internet (dus niet alleen het Web) heeft heersers: Micro$oft, 
Amazon, Google, Apple, Facebook, en zo nog wat meer. Deze bedrijven zijn 
eigenaars van de broncodes die wij dagelijks gebruiken, van de 
informatie die wij online zetten, en ook van de gesalarieerde menskracht 
die nodig is om al deze systemen dag in dag uit draaiende te houden. 
Daarboven moet men al die bijdrages optellen die wij als gebruikers om 
niet leveren. Maar wat vooral de aandacht verdient, is dat is dat deze 
nieuwe bazen van de digitale wereld een bepaalde mentaliteit, een 
bepaalde kijk op de wereld, hebben geschapen. Geen dag gaat voorbij of 
zij ‘de Blijde Boodschap’ van het Web 2.0 prediken. Twintig jaar na het 
ontstaan van de Eerste Web zijn wij aanhangers geworden van een nieuwe 
religie, waarvan wij totaal niets weten over oorsprong en opzet, maar 
waarvan wij de eredienst wel elke dag trouw en nauwgezet belijden.
Wij hebben ons aan alle interfaces aangepast, hoe buitenissig ook, net 
zoals wij geen kik meer geven  bij het aanzien van alle reclames. 
Allerlei diensten zijn voor ons dagelijkse kost geworden. Wij hebben ook 
nieuwe waardigheden opgebouwd: onze vingers zijn voortdurend toetsen aan 
het indrukken, op keyboards, mobile telefoons en op tablets die alsmaar 
kleiner worden. Maar vuile handen maken in navolging van het bekende 
hackers credo over de ‘hands on imperative’ … Ho maar!

“Democratie werkt op het Web!”

De web-indexering zoals gepraktiseerd door Google mag een schoolvoorbeeld van grondige kwade trouw worden genoemd. Daar de explosieve groei van de allerbekendste zoekmachine niet samenvalt met die van het Web moeten wij even ons aandacht vestigen op diens grondbeginselen om beter zicht te krijgen op wat zich in de coulissen afspeelt. Wij bedoelen hiermee kijken naar Google’s essentiele kenmerken en fundamentele eigenschappen.
De gedachte dat machines in staat zouden zijn democratie en vrijheid te 
garanderen komt voort uitzet geloof in een ‘mathematische’ 
objectiviteit. Velen berusten erin dat de ‘Gigant uit Mountain View’ [1] 
het hele Web behelst, juist omdat het zo reusachtig is. De button “I’m 
Feeling Lucky” - op Google.nl “ik doe een gok” - zou ons zelfs 
rechtstreeks naar precies die pagina die wij zoeken moeten leiden [***] 
Niet te geloven! Op die manier wil Google ons diets maken dat het onze 
Internet zoek-behoeften en wensen meteen begrijpt en ook meteen kan 
vervullen.
De “I’m feeling Lucky” button geeft een goed beeld van de voorspellende 
pretenties van Google. Maar de ‘religie’ die daaruit voortspruit 
herbergt wel een conceptuele ‘bug’, een basale weeffout. Het claimt dat 
zijn wereld-ordende algoritme objectief en democratisch is. Het vierde 
van de 10 ‘fundamentele principes’ van Google luidt dan ook “de 
democratie op het Web werkt” [2]. Het _Page Rank_ algoritme rangschikt 
websites naar hun belangrijkheid door het aantal inkomende links voor 
elke wegpagina te meten. Het zoekresultaat is de uitkomst van een 
berekening tussen aantal connecties en relevantie t.o.v. het onderwerp. 
Hoe meer een node geconnecteerd is, hoe hoger deze op de ranglijst komt 
te staan, en dus zichtbaarder wordt. Google spreekt in termen van een 
‘stem’ (zoals bij een verkiezing). Een wegpagina waar veel ‘stemmen’ 
naar toe gaan, d.w.z. naar welke veel links verwijzen bouwt zonder meer 
een voorsprong in het klassement op.
Als je democratie opvat als de resultante van ‘kijkcijfers’ en andere 
‘popularity contests’ gemeten d.m.v technologische filters, dan is 
Google zonder twijfel een ‘elektronische democratie’. De redenering die 
hier achter steekt is dat een mathematisch algoritme zoals Page Rank een 
technologisch object is, en derhalve niet kan liegen: het oordeelt niet 
en het wordt ook niet beïnvloedt door een ideologie, welke dan ook. Het 
jammere is alleen dat het mechanisme zelf dubbel en dwars ideologisch 
is. Ten eerste omdat het ervan uit gaat dat een technologie, qualitate 
qua, goed zou kunnen zijn. En ten tweede volgt het het dictaat van de 
spektakel maatschappij die bepaalt dat hoe bekender men is, des te 
beroemder men wordt. Google legitimeert ‘wetenschappelijk’ dat de 
relevantie van zijn resultaten hoog is omdat de inhouden die het 
aanwijst sterk met anderen ’geconnecteerd’ zijn. Op die manier zal Paris 
Hilton altijd beroemder zijn dan Angela Davis: Paris is nu al beroemder 
dan Angela, dus zal ze alsmaar beroemder blijven dan Angela. Maar in 
wezen gaat het alleen maar om twee regels code.
(wordt vervolgd.
Volgende aflevering: De republiek der algoritmen)


............................

[*] Een mooie ontstaansgeschiedenis van het Internet, met uitleg van het hoe en waarom van die protocollen verscheen recentelijk in de Guardian:
https://www.theguardian.com/technology/2016/jul/15/how-the-internet-was-invented-1976-arpa-kahn-cerf
De geschiedenis van het Web door de organisatie waar het ontstond (CERN, in Geneve): http://home.cern/topics/birth-web
HTTP uitvoerig uitgelegd in Wikipedia (een refresher is altijd leuk ;-)
https://en.wikipedia.org/wiki/Hypertext_Transfer_Protocol

[**] en weer het wikipedia uitleg:
https://en.wikipedia.org/wiki/Internet_protocol_suite

[1] Mountain View is een gemeente binnen ’Sillicon Valley’, de bijnaam van de strook ten oosten van San Francisco waar zeer veel onderzoekscentra en bedrijven uit de ‘nieuwe IT economie’ zich in de loop der jaren gevestigd hebben, o.a. Google.
[***] Al toen ik Ippolita’s Google boek vertaalde (The Dark Side of 
Google)
http://networkcultures.org/blog/publication/no-13-the-dark-side-of-google-ippolita/
had ik moeite met die nadruk op de ‘Lucky Button’, o.a. omdat het op de Nederlands-talige site gebruikte “ik doe een gok” volgens mij beter recht doet aan het aleatorisch karakter van die greep - zij het, natuurlijk, dat Google wel degelijk inzet op zoveel mogelijke ‘holes in one’ bij de gebruikers. De Franse versie “J’ai de la chance” is zo mogelijk nog sulliger dan het Engelse “I’m Feeling Lucky”. Een vergelijkend linguïstisch onderzoek naar al die varianten zou natuurlijk leuk zijn maar ik heb daar even geen tijd voor. Wel zag ik een funkie videoclip:
https://www.youtube.com/watch?v=hE-KA1RTYQ8
(‘Google I’m Feeling Lucky Tips’)

[2] ‘Google: Ten things we know to be true’:
https://www.google.com/about/company/philosophy/


______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).